Tak 14
Tak van Langeveld (Zie tak van Warrenberg)
III Bis. Jan van Erp, was dus buitenlands toen zijn broers de eigendommen verdeelden in 1515. De baron van Spaen kende de naam van deze persoon niet, maar hij heeft de akte niet gekend waarvan wij zo-even gesproken hebben. Jan van Erp huwde met N. Vinke van Langeveld, dochter van Goirt, drossaard van Kriekenbeek, en van Cornelia Spee. Hun verbintenis is bewezen door de grafsteen van hun dochters, die hun kwartieren draagt.
Jan had een geschil met zijn broer Willem met betrekking tot het eigendom van Warrenberg, dat aan hun broer Godert behoord had. Naar aanleiding van het akkoord dat tussen hen tot stand kwam in 1549, kreeg hij, Jan, Warrenberg, Beck, enz. en verkocht hij in 1558 Warrenberg aan zijn oomzegger Godert, die later kapitein van het kasteel van Utrecht werd.
Langeveld, bij Wankum, in het Pruisisch Gelder, moet niet verward worden met Langveld, afhankelijk van het dorp Erp, waar wij vroeger over gesproken hebben.
Jan van Erp en N. Vinck kregen uit hun verbintenis:
Jan, die volgt.
Goirt van Warrenberg, genaamd van Erp, die Hoefken en Wankun releveert in 1532, door overdracht van zijn grootmoeder Cornelia Spede, of Spee, weduwe van N. van Varick.
Cornelia, overleden in 1559, begraven in Cappelle met vier kwartieren. Ze was gehuwd met Dirk (Thierry, Diederick) van Dript, die "Mamboer"(?) van zijn vrouw Cornelia van Erp, een verdeling doet met zijn twee zusters van Dript, op 26 januari 1559. De akte is ondertekend onderanderen door Jan van Erp, genoemd Warrenberg.
Catharina, religieuse in Dalem, priorin in 1570. Haar grafsteen in Dalem droeg vier kwartieren: Erp, Brempt, Vinck, Spee.
Elisabeth, vrouw van Rutger van Pollart. (1555). Zij bekomt, op 18 februari 1576, weduwe zijnde, de landen van Warrenberg van Willem van Erp. Was deze Willem de minderjarige zoon van Godart, de kapitein van het kasteel van Utrecht, of zijn oomzegger Willem van Erp, genaamd Warrenberg?
We weten het niet. Zijn dochter Cornelia van Pollart, priorin van het klooster van Dalem, stierf op 13 februari 1626 en werd begraven in de kerk van het klooster met haar kwartieren, gerangschikt naar het gebruik van het land: Pollart, Bemmel, Holtmeulen, Boetzelaar, Erp, Vinck, Brempt, Spee: maar die moeten wij rangschikken, volgens onze gewoonte, op deze manier: Pollart, Holtmeulen, Bemmel, Boetselaer, Erp, Brempt, Vinck, Spee.
IV Bis. Jan van Erp, (zie 1. Hierboven) genaamd van Langeveld, ingeschreven in een Ridder-Cedulle van Over-Kwartier in 1565 en 1579, krijgt tussen 1546 en 1557 van Rutger van der Horst, het goed van Wilre, onder Tegelen. Hij wordt geïnvesteerd na de dood van zijn broer Goirt, met het goed van Hoefken te Wankum in 1544 en in 1581. Hij wordt vermeld in een akte in Roermond op 12 februari 1561. Hij is drossaard van Kriekenberg in 1563, wordt vermeld als vriend en verwant van de familie van Eyll in 1566, bezegeld de "UNION" in 1569. Van Spaen geeft hem als vrouw N. Vinck: volgens anderen zou hij met Philippine van Hoemen, genaamd Schram gehuwd geweest zijn. Wéér volgens anderen, zou hij, weduwe zijnde van N. Vinck, hertrouwd geweest zijn met Ulande van Diepenbroeck van Ulenpas. Wat er ook van zij, hij was de vader van:
Paul, die volgt.
Sandrina, die eerst gehuwd geweest is met N. Renselen, kapitein, en vervolgens met Hendrik van Haegen, (1602), in het land van Overijssel.
Sophie, gehuwd met Arnold Borman, zij verkreeg op 5 februari 1588, t hof van Baexem, genaamd "Bormanshof" ze werd toen geassisteerd door haar "mambour"(?) Jan van Erp, ze releveerde t zelfde goed op 6 juni 1599 door haar "mambour" (?) messire Jan van Pollart, en nogmaals, op 10 juli 1610, door haar "mambour" (?) messire Willem Borman.
V Bis. Paul van Erp van Langeveld en Berghe releveert een leen te Greverade, op 2 oktober 1581. Hij huwde met Geertruida Rengers, dochter van Egbert en van Golde van Wynbergen. Weduwe geworden, huwde ze opnieuw met Dirk van Appeldoorn, burgemeester van Hattem van 1621 tot 1639.
Uit haar eerste huwelijk kwam:
Paula van Erp, genaamd van Warrenberg, vrouwe van Langeveld en van Borghe, gehuwd met Willem Rengers. De staten van de Provincie, die van Willem Rengers het verzoek ontvangen hadden ingeschreven te worden in de lijst van edelen van t Over-Kwartier, om reden van zijn adellijk bezit van Langeveld, in de parochie van Wankum, besloten op 28 februari 1614, dat hij eerst zijn eigen hoedanigheid te bewijzen had, en ook die van zijn goed. Paula releveerde de Boinshof onder Langenveld in maart 1639. (Feodale Hof van Gelder in Brussel, deel 191) Zij verdeelde haar goed met haar kinderen, en betaalde de rechten hiervoor in 1661.
Zij was misschien de zuster van Catharina Elisabeth van Erp genaamd Warrenberg, die huwde met Wynand de Bruyn, en op 7 juli 1640 stierf.
De tak van Warrenberg moet nog andere vertegenwoordigers gehad hebben. Zijn kwartier is aangenomen in Keulen, in de persoon van een lid van de familie Bock van Pateren, die daaruit voortsproot.
Agnes van Erp, rijke erfgename van t land van Juliers, huwde omstreeks 1500 met Jan van Cupere, heer van Heenvlied, Meerenburg, Herkenroy, Herckenrode. (aanvulling op het adelboek der Nederlanden)
Hendrik van Erp, vaandrig, huwde met Maria de Wit, dochter van Jan, (Jan overleed in 1566), van de familie van de doorluchtige pensionaris, en van Adriana van Hedickhuysen.
Floris (florent) van der Dussen, zoon van Jan, verkocht op 31 mei 1449 aan Jan van Erp, ten voordele van zijn dochter Elisabeth, de tienden van Oyen.
Gerrit van Erp huwde met Geertruida Pynssen van der Aa, dochter van Jan, en van Jeanne van den Abeele.
Maria van Erp, huwde met Pieter van Breugel, ridder, zoon van Laurens van Breugel, die in 1320 met Maria van Osch gehuwd was.
(laatste update 24.02.2004 20:49 )
Eventuele aanvullingen of opmerkingen graag een E-mail naar de Webmaster
Copyright textbestand Privacyverklaring Contact formulier Hulp gevraagd Waarschuwing Bronnen