Tak 2
Tak van Erp van Lieshout
ERP VAN LIESHOUT. Lieshout is een dorp vlak bij Erp en Veghel. De religieuzen van de Abdij van Florette hadden daar eigendommen en een woonhuis, die in 1308 aan Rutger van Erp werden gegeven als leen, en waarvan de nazaten nog het recht genoten in 1456.
1.Willem van Erp, genoemd "van Lieshout", wordt vermeld als vader van Rutger van Erp op 1 januari 1449-1450. (Archief van het federale Hof van Brabant, reg.120, folio 145.)- Volgens dat register in 's Hertogenbosch verkocht hij een leen geheten "Ten Rullen", in Gerwen, en wel in 1439. Een oude genealogie geeft hem als vrouw Marie van Waeswijck, die hem een zoon gaf, die volgt.
Een ander genealogie zegt dat hij huwde met Jeanne van Aelst, en voegt daaraan toe dat hij het leen van Ten Rullen georven had van LOUIS van Erp. En hij zou als zonen gehad hebben Rutger van Erp en HENRI van Erp. Deze laatste zou gehuwd zijn geweest met Hermengilde van Doorne, waarvan hij Rutger van Erp zou hebben gehad (die ongehuwd bleef), en HENRI van Erp, echtgenoot van Jeanne van Breughel.
2. Rutger van Erp, genaamd "Van Lieshout", zoon van Willem van Erp, wordt vermeld in een akte van 1449-1450, waardoor hij het recht bekomt over een rente op de heerlijkheid van Rixtel bij Aerle-Beke. Omstreeks 1456 werd hij geïnvesteerd met het leen van de Laetacker in Veghel, "met ter giften der Kercke van Veghel, end met allen toebehoren". Volgens Lefort en meerdere andere genealogen zou zijn vrouw Belle, of Isabelle van Buchove (of Bochove) geweest zijn.
Hij kreeg een octrooi "ad testandum"(om te vermaken) omstreeks 1460, (federale Hof van Brabant, reg.n° 122 en 312). Hij verpande zijn eigendommen van Hazenbosch bij Blaerthem St.Servinus en het goed van Boerendonck bij Erp aan een kanunnik van St.Gudule in Brussel, op 4-7-1460. Hij liet Hazenbosch over aan zijn zoon Willem van Erp en aan Margaretha, de toekomstige vrouw van deze laatste, die het officieel in bezit namen op 22-4-1462. (Feodale Hof van Brabant, register 123, folio 306). Wat Boerdonck betreft, dat hij bekomen had in 1449, dat gaf hij in 1464 aan zijn zoon Jan van Erp. Hij had waarschijnlijk als broer GERLAC van Erp, meester in de Kunsten in Leuven in 1439. (Reusens, analectes eccl.)
Rutger van Erp was de vader van:
1. Willem van Erp, die volgt.
Hij bekwam op 8-11-1480 het leen Laetacker, dat zijn broer Willem van Erp de vorige dag bekomen had. Hij leefde niet meer in 1519.
3. Robert van Erp, pastoor van Veghel, Kanunnik-"tréfoncier" van het beroemde kapittel van Sint Lambertus van Luik sedert 1473. Hij maakte zijn testament in luik, op 16-2-1531; zijn graf koos hij in de Kathedraal, nabij zijn bloedverwant (consanguineus) Adam van Erp. Hij liet zijn eigendom achter "als een aalmoes", aan zijn bastaard-zoon Egidius van Erp, pastoor van Maren, zijn verwanten ontervende; maar toch gaf hij aan één hunner, Willem van Erp, 25 gld., en aan de kinderen van zijn overleden broer Rutger van Erp dezelfde som, terwijl de kinderen van de overleden Margaretha, dochter van Willem van Erp, ridder, (zijn broer), een gift bekomen. (Origineel in de archieven van Luik.) Hij stierf "als jubilaris" op 4 oktober van hetzelfde jaar 1531, en werd volgens zijn verlangen begraven in de Kathedraal. Ridder X.de Theux de Montjardin vermeldt zijn grafschrift, en voegt eraan toe, -wat onjuist is volgens ons-, dat de kanunnik Robert van Erp de oom was van Godfried van Erp, die hem als coadjutor gegeven werd.
4. Rutger van Erp, waarover sprake was ná de afstammelingen van zijn broer.
3. Willem van Erp, genoemd van Lieshout, werd geïnvesteerd, zoals we al vermeld hebben op 22 april 1462, betreffende de eigendommen te Hazenbosch, en die zijn vader hem afgestaan had in het vooruitzicht van het huwelijk van zijn zoon met Margaretha T'Sluwen. Deze was een dochter volgens de genealogist Eckman, van Henri, ridder, en van maria de Bruheze; maar volgens ridder X.de Theux, van Berthold, ridder geslagen te Monthléry in 1467.
Hij verkreeg op 7-11-1480 het leen van de Laetacker. Vermeld als levend in een akte van de schepen-akte uit 's Hertogenbosch van 1508, als zijnde overleden.
Uit het huwelijk van Willem van Erp kwamen voort:
2. Margaretha van Erp.
4. Adam van Erp, kapelaan te Veghel, opgenomen als "tréfoncier" in het kapittel van St. Lambertus van Luik op 16 september 1504, en overleden op 1 november 1508. Hij werd begraven nabij zijn ouders in de Kathedraal. Meester in de Kunsten in Leuven in 1487, wordt hij vermeld in de registers van de Universiteit als geboortig uit Beck. (Aerle-Beke)
5. Willem van Erp, die volgt.
4. Willem van Erp, genaamd van Bruheze, bekomt een deel van de goederen van Bruheze te Vlierden op 15 januari 1506. Hij krijgt de Laetacker in 1510 en verkoopt hem op 7 oktober 1530. Hij staat in 1527 een cijns af van 58 gouden Carolus-guldens op drie boerderijen te Doorne, op de boerderij van Boelacre bij Aerle-Beke, en op een andere boerderij te Donck. (Schepen-register van 's Hertogenbosch 123, folio 548) Hij huwde met Maria van der Wyck, dochter van Josse en van N. de Herlaer, en leefde niet meer in 1535.
Uit dit huwelijk kwamen:
1. MARGARETHA van Erp van Bruheze, gehuwd met Robert van Bevere, zoon van Jan en van Hildegonde van Veen. Zij schonken aan de kerk van Berlicum een gebrandschilderd raam met deze kwartieren: Bevere, Veen, Monix, Spierincx, Erp, Lun, Wyck en Herlaar.
2. CATHARINA, al vermeld in 1555 als vrouw van Jan de Blazere, president van de Raad van Vlaanderen in 1582, overleden te Doornik in 1587, en begraven in Saint-Pierre. Hij was de zoon van Jacques, vice-president van Vlaanderen, en van Adriana de Vos, vrouwe van Ydewalle.
3. JOSSINE, vermeld in 1535. (Schepenregister van 's Hertogenbosch 146, folio 26 of 126?).
4. JEANNE, aangehaald op 10 januari 1555. (Reg.v. het feodale Hof van Brabant, in 's Hertogenbosch).
3. Ludger van Erp van Lieshout (zie blz. (3) onderaan) leefde niet meer in 1531. In de archieven van de vermaarde Broederschap van O.L.V. van 's Hertogenbosch is er sprake van een Rutger van Erp, raadsman van de stad, en hij is waarschijnlijk deze zelfde Rutger. Als zijn vrouw wijst men aan: Beatrix van Gemert.
Dit zijn hun kinderen:
a. Godfroid van Erp, die volgt.
b. Meester Rutger van Erp, zoon van Rutger van Erp vermeld in de Schepen-registers van 's Hertogenbosch in 1502 en 1514, gehuwd met Elisabeth de Roover, dochter van de overleden Arnold. Op 16 juli 1514 treffen ze een schikking met betrekking tot de langstlevende onder hen.
4. Godfried van Erp, vermeld in 's Hertogenbosch als zoon van Rutger, in 1537, en waarvan ook sprake is in 1538
(reg.152, folio 144) en in 1546, erfde van Boerendonck en werd officieel eigenaar daarvan op 28 november 1519. (Reg van het feodale Hof van Brabant in 's Hertogenbosch). In 1546 bezat hij in Veghel een goed genaamd "Aent'Dorhout". Als zijn vrouw wijst men aan Wilhelmina Backx, (of Bax), dochter van Bernard, en van Wilhelmina van Vladeracken.
Uit dit huwelijk kwamen:
5. Robert van Erp, die Boerendonck verkreeg door de dood van zijn vader, op 12 februari 1588. (Reg. van het feodale Hof van Brabant in 's Hertogenbosch). Men zegt dat hij huwde met Mathilde van Daesdonck. Wat er ook van zij, hij was de vader van:
6. Jan van Erp, die Boerdonck verkreeg op 6 augustus 1614, en het verkocht op 5 april 1618.
--------------------------------------------------------------
I. Van een vader die wij niet met zekerheid kunnen aanwijzen, maar die nauw verwant moet zijn met de vader van Willem van Erp, de eerste waarvan sprake was bij de vorige tak,
zijn voortgekomen:
1. LUKAS van Erp, misschien de burgemeester van 's Hertogenbosch, die, volgens Spaen, huwde met Clara van Hornbeek.
2. Hendrik van Erp, die volgt.
3. Laurens van Erp, die met zijn broer LUKAS voor het feodale Hof van Brabant verschijnt in 1458-1459, en afstand doet, met hem, van alle aanspraken op de gronden van Bollict in Sint Oedenrode.
Ze was dus moeder van:
2. Hendrik van Erp dus, die waarschijnlijk huwde met Jeanne van Breugel, die hem een zoon gaf, Jan van Erp, die niet meer leefde in 1512. Deze laatste was vader van een Jan van Erp, die weduwnaar was van Marie van Zouwelt op dezelfde datum. (schepen-reg. van 's Hertogenbosch) 108, folio 128). Deze laatste Jan van Erp huwde opnieuw met Jeanne Bax. (Recueil Généalogique van Cuypers van Velthoven.)
3. Bovendien was er nog een Lucas van Erp, die met zijn broers Hendrik van Erp en Gerlach van Erp een rente kocht van 55 pond, van Mechtilde, weduwe van Gerard Bax, op 22 augustus 1464. Hij was zo het schijnt de vader van een Lucas van Erp, en grootvader van een andere Lucas van Erp, die vermeld wordt op 27 september 1544 in 's Hertogenbosch, in een akte waarin hij 16 en half goeden Carolus-guldens belooft aan Hendrik van Erp, zoon van LOUIS van Erp.
(reg. 164, folio 366)
4. Ten slotte GERLAG van Erp, die volgt.
Hij was de vader van:
IV. Hendrik van Erp, vermeld in 's Hertogenbosch
(reg. 125, folio 286, folio 131).
VI. Jan van Erp, hun zoon, was gehuwd in 1539 met Maria de Haze, die niet meer leefde in 1549. Hij huwde voor de tweede maal met Anna van der Wyck, weduwe in 1557 en nog vermeld als levende in 1574. Hij kocht op 3 december 1532 een goed genaamd Akkersche Hoeve in Rocsmolen,(waarschijnlijk Rosmalen NB) en verkocht het op 4 maart 1538. (reg. Feodale. Hof van Brabant). Hij stierf als raadsman van 's Hertogenbosch op 2 november 1557. Zijn droeg een akte over aan de Schepenen van 's Hertogenbosch, op 22 augustus 1564, waarvan hier de aanvang volgt: "Domicella Anna de Wyck, relicta qdm Henrici, filii qdm Lucae, filii qdm Henrici, filii qdm Gerlaci Henrixsone de Erpe, alias de Lieshout,....etc." Dat is Domicella Anna de Wyck, weduwe van een zekere Joannes van Erp, zoon van een zekere Lucas van Erp, zoon van een zekere Hendrik van Erp, zoon van een zekere Gerlag Hendrikszoon van Erp, of elders van Lieshout.....enz."
Jan van Erp was vader van drie dochters, allen vermeldt in 's Hertogenbosch in 1559:
2. Adriana van Erp.
(laatste update 24.02.2004 20:04 )
Eventuele aanvullingen of opmerkingen graag een E-mail naar de Webmaster
Copyright textbestand Privacyverklaring Contact formulier Hulp gevraagd Waarschuwing Bronnen