Tak 7

De heren van Erp van Veghel

De heerlijkheid van Erp was in de XIIIe en XIVe eeuw in ’t bezit van ’n familie van den Bosch. ’n Willem van den Bosch, heer van Erp, broer van Gerlac bezat in den Bosch ’n fort, dat hij vermaakte om als klooster te dienen voor de Clarissen, bij testament van 28 augustus 1335. Datgene wat overgebleven is van de gebouwen van dit klooster, is thans ’t eigendom van de Heer Jean de Grez. Men ziet er nù nog dit opschrift: DOMINUS GUILLELMUS DE BUSCO MILES, DOMINUS DE ERP, DOMINI GERLACI FRATER, FUNDATOR HUIUS MONASTERII. (De Heer Willem van den Bosch krijgsman, Heer van Erp, broer van de heer Gerlac, stichter van dit klooster.)

Deze van den Bosch-en zouden niet stammen uit de oude van Erpen. Wat er ook van zij, men vindt ’n beetje later de heerlijkheid van Erp in ’t bezit van personen van die naam!

  1. Jan van Erp, was schepen in ’s hertogenbosch in 1369, 1370, 1373, 1377, 1378, 1382, 1386 1387, 1390 en 1391. Volgens van Oudenhoven, de geschiedschrijver van ’s Hertogenbosch, zou hij ’n zoon zijn van Leo van Erp.
  2. Arnold van Erp, zoon van Jan van Erp, verkreeg bij akte van 7 december 1422 van Johannes de Spina (van Doorne), ’n rente op ’n huis gelegen aan de grote Markt in den Bosch. (Archiven van de doorluchtige broederschap van Onze Lieve vrouw te ’s Hertogenbosch). Hij werd opgenomen in de burgerij van Leuven in 1419, huwde met N. van Oss, waarvan de naam en de wapens figureren onder de kwartieren van Walram van Erp te Veghel. (drie ossenschedels).
  3. Volgens een oude ’n oude genealogie zou hij de vader zijn van Goyert van erp, of Godfried van Erp, die volgt, en deze wijze van voorstelling, is ze dan niet authentiek bewezen, is tenminste waarschijnlijk.
  4. Goyert of Godfried van Erp, huwde met Aelis van Knoy, genaamd van Leck, waarvan de moeder tot de familie Arckel behoorde.
  5. Govert of Godfried van Erp, hun zoon, wordt in de documenten Heer van Erp genoemd, kwaliteit, die z’n voorgangers ongetwijfeld ook bezaten, bovendien was hij Heer van Veghel. Hij bezat deze titel ogenschijnlijk uit hoofde van ’t bezit van ’t oude domein van Friesselsteyn, in deze parochie gelegen, onheugbare zetel van de familie, waarvan zij dikwijls de naam droeg.
  • Hij bekwam in 1471, van Jan van Middegael ’n goed genaamd Toveracker, "alias den Bulck" in de parochie van Veghel. (Archiven van ’t feodale Hof van Brabant.)

    Middegael is ’n onderhorigheid van Veghel. Zij die deze naam droegen zullen wel tot de familie van Erp behoort hebben, waarvan ze de wapens hadden, gebroken met ’n gouden leeuw in de schildpunt. Soms noemde men ze Erp van Middegael, dan weer Middagael van Erp, ofwell alleen Middesael. Jan Middegael wordt aangehaald in 1464 (1404 ?) (Archiven van de Doorluchtige broederschap van Onze Lieve Vrouwe van den Bosch) Godfried van Erp, genoemd Middegael was raadsman van den Bosch rond 1450. Goyert van Erp van Middegael vervulde dit ambt van 1428 tot 1432, Arnold in 1441, Godfried in 1528, 1529. Deze laatste stierf in 1531. Walther z’n zoon was ridder van Jerusalem en stierf op 24 september in 1556. Jossine Middegael was de vrouw van Willen van Boschuysen, ze stierf op 20 november 1642, welke datum is vermeld op haar graf-blazoen in de kerk te Dinter. Willem van Erp van Middegael stierf op 14 maart 1650, men kon z’n graf-blazoen zien in de kerk van Sint michiels Gestel. (Grand Théâtre sacré de Brabant) Gyselraet van Erp van Middegael was verloofd met Willem Hinckaert in 1438. (Archief van Mr. Cuypers van Veldhoven). Volgens de heer d’Albaing van Giessenburg, (Ridderschap van Veluwe) huwde Gyselraed van Erp, dochter van Philip en van Colette van den Meer, met Willem Hickaert rechter van Arnhem en van de Veluwezoom. Als kwartieren droeg hij: Hinckaert, Erp, Balveren, Varick.

  • Goyert van Erp bezat in Gemert ’t goed Keysboom. Hij stierf ± 1481 en was gehuwd met Adriana Pieck, die dochter was van Gijsbert Heer van Asperen, en waarvan de moeder, volgens de kwartieren op de kwartieren op ’t graf van haar zoon Walram tot de familie Merwen of Merwede behoorde. Ze gaven aan de kerk van ’t klooster te Keysersbosch, in ’t tegenwoordige Groot Hertogdom Luxemburg, ’n glasraam met hun respectievelijke vier kwartieren, en deze inscriptie:

    DIT GLAS HEEFT GEGEVEN GOYERT VAN ERP EN JUFFROUW ARIAEN SYNE HUYSVROUWE.

    Uit hun huwelijk kwamen voort:

    1. Waleran (walrave, Walram) van Erp, die volgt.
    2. Gysbert van Erp, priester, vermeld in den Bosch in 1520.
    3. Wilhelmina van Erp, vermeld in den Bosch in 1533, ze was toen weduwe van Jan van Weydenborg.
    4. Goyert van Erp, aan de oorsprong van de tak Mechelen.
    1. Waleran (Walrave, Walram) van Erp, genoemd van Friesselsteyn, Heer van Erp en van Veghel, erfde Toveracker bij de dood van z’n vader op 12 maart 1481. Hij werd "Monster-Meester" voor het peelland in 1507. In ’t jaar daarop belaste de stad ’s Hertogenbosch hem met ’n missie voor Dordrecht, den Haag en Haarlem. Hij huwde voor ’n eerste maal met Maria van Bronchorst, overleden op 1 juli 1509, dochter van Hendrik van Bronchorst en van Jeanne Collaert. Hij huwde opnieuw met Ludgardis Berwouts, dochter van Rutger Berwouts en van Elisabeth Dicbier, waarmee hij vermeld wordt in den Bosch in 1517 – 1518. (Register. 113, Folio. 398) Hij liet z’n vrouw weduwe, en stierf de laatste dag van juni 1525, en werd begraven naast z’n eerste vrouw, in ’t koor van de kerk van Veghel, onder ’n hoge graftombe. Men kon er hun beeltenis zien: hij geheel gewapend, zij bedekt met ’n mantel. ’t Opschrift was aldus opgesteld: HIC CONDITUR NOBILIS ET GENEROSUS VIR QUONDAM WALRANDUS DE ERP, ALIAS FRIESSELSTEIN, QUI OBIIT 1525 ULTIMA JULII. DOMICELLA BRONCHORST QUAE OBIIT 1509 Ia JULII. REQUIESCANT IN PACE.(Hier ligt de edele en voorneme Heer W.v.Erp ook Friesselsteyn genoemd, die stierf in 1525 de laatste dag van juli. D.Bronchorst die overleed 1 juli 1509. Zij mogen rusten in vrede.) De kwartieren die gedisposeerd waren volgens lokaal gebruik, waren, volgens baron Le Roy: Erp, Pieck, Knoy, Arckel, Goor, Diemen, Oss, Merwen. – Bronchorst, Collaert, Heaften, Deelen, Doornick, Wien, Vygh, Pieck. Maar op de gewone moeten ze aldus opgesteld worden: Erp, Oss, Knoy, Goor, Pieck, Merwen, Arckel, Diemen. – Bronchorst, Vygh, Haeften, Doornick, Collaert, Pieck, Deelen, Wien. De kerk van Veghel is afgebroken en er is geen spoor over van dit graf. Walram van Erp I had van z’n eerste vrouw drie zonen, waarvan hij de twee oudsten emancipeerde in den Bosch in maart 1521. (Register 121, Folio 114.)
    1. Walram van Erp, die volgt.
    2. Hendrik van Erp, vermeld in den Bosch in 1538. (Register 148, Folio 155 v°) Hij woonde in Kampen en was eerst gehuwd geweest met (volgens Spaen) N.Holders, en later met Henriette van der Veen, dochter van Jan van der Veen en van Lamberta Ten Bosch, die zijn weduwe werd in 1559. Volgens dezelfde auteur zag men de vier kwartieren van hem en z’n vrouw op ’n kussen in de kerk van Zevenaar. Hendrik was de vader van: a) Cunera of Wilhelmina van Erp, gehuwd onder kontrakt op 22 augustus 1583 met Georges van Bocholtz, heer van Aldenhof, rechter in Doesburg, zoon van Herman van Bocholtz en van Georgina van Hovelich, waarmee hij vermeld wordt in 1591.
    3. b) Maria van Erp, echtgenote van Hendrik van der Hoeven, drossaart in Hoeven.

      c) Jeanne van Erp, gehuwd met Evert van Heeckeren van Nettelhorst.

      d)Lubbe van Erp, ongehuwd in 1590.

    4. Godfried van Erp, meester in de kunsten van de universiteit van Leuven in 1528, eerst co-adjutor van z’n familielid Robert van Erp, werd aangenomen als tréfoncier (grondbezitter) van Sint Lambertus te Luik, op 4 november 1531. Hij wordt vermeld als zoon van de overleden Walram van Erp en de broer van Walram van Erp . (Register 148, Folio 55 v°) –Wamesius (Cons. 249 De praebendis) verhaald dat de kannunik z’n prebenden op Braken en Doerne afgestaan had aan Casper Moers voor ’n rente van 100 gulden. Godfried van Erp stierf op 18 maart 1586 in de leeftijd van 80 jaar en werd begraven in de kathedraal Sint Lambertus, naast de tréfoncier Robert van Erp.
  • V. Walram II van Erp, Heer van Erp en van Veghel door overdracht van 20 maart 1527, raadsman van den Bosch in 1548, gedeputeerde van stadswege in Gelderland op 2 maart 1534, in Oosterwyck in 1537, in Brussel op 10 april 1537, in 1543 en 1544, huwde met Jeanne van Erp, ongetwijfeld dochter van Jan van Erp en van Hildegonde van Heym, waarmee hij z’n testament opmaakte op 5 november 1547. Zij overleefde hem. Hij stierf op 27 mei 1548. (Archieven van de doorluchtige broederschap van Onze Lieve Vrouwe van den Bosch.)
  • Hij was de vader van:
      1. Walram van Erp III, die volgt. Men schrijft hem ook nog ‘n andere zoon toe, en ’n dochter:
      2. Willem van Erp tot Erp, gehuwd met Margaretha van Brecht, dochter van Goes van Brecht en van Geertruida van Boeckhoven. Weduwe geworden huwde zij opnieuw met Maximilianus van Brederode, heer van Cloetingen, die zonder kinderen stierf. Toen zij vijftig jaar was huwde ze voor de derde maal met N.de Vertain, die nog maar 20 jaar was.
      3. Jossine van Erp, eerst gehuwd met Siger van Rechteren, en vervolgens, in 1566 met Jan van Doorne.

    VII. Walram III van Erp, heer van Erp en van Veghel, komt voor in deze hoedanigheid in ’n akte opgemaakt voor de schepenen van den Bosch in 1584. (Register 243, Folio 182) Hij was toen weduwnaar van Catharina van Brecht, die dochter was van Jan van Brecht, ridder, heer van Haeghoort, écoutète van den Bosch, en van Isabella van Hunnenberg. Op 28 september 1587 verkreeg hij de borgstelling der heerlijkheden van Erp en van Veghel, wat men moet verstaan naar ’t schijnt, met bepaalde privileges in de rechtspraak, die tot dusverre aan de opperheer waren voorbehouden. Deze borgen, gegarandeerd krachtens patentbrieven van 1569, werden gesteld onder voorwaarde van vrijkoping, voor de prijs van 2704 pond. In ’t zelfde jaar werden de twee dorpen ddor de Geuzen vernield. Voor ’t kasteel van Veghel of Friesselsteyn werd ’n losgeld geëist. (Boonen, Histoire de Louvain, bladzijde 162.)

  • Walram van Erp III had drie zonen, waarvan één page werd bij de Hertog van Parma.
    1. Walram van Erp IV, die volgt.
    2. Jan van Erp, kanunnik tréfoncier (grondbezitter) van de kathedraal van Luik, geïnstalleerd op 28 juni 1586. Hij maakte z’n testament op 10 october 1636, en stierf op 20 december 1640.
    3. Goyard, of Godfried van Erp, die aan de oorsprong is van ’n zijtak.

    VIII. Walram van Erp IV, Heer van deze plaats en van Veghel, huwde met Jeanne van Holtmeulen, docter van N. van Holtmeulen en van N. van Eyll, kleindochter van Sibert van Eyll, heer van Baerlo. Ze maakten samen hun testament, op den 16 october 1627. Jeanne overleefde haar man, en trof nieuwe schikkingen te Veghel in 1631 en 1636. Dit waren hun kinderen:

    1. Jan van Erp, die volgt.
    2. Walram van Erp V, kapitein bij de cavalerie in keizerlijke dienst. Volgens Lefort huwde hij met Jeanne van Malzen, weduwe van Jan van Vladeracken, en dochter van Hubert van Malzen, heer van Well, en van Huberta van Eyck.
    3. Agnes van Erp, overleden op 2 juli 1676, vrouw van Ulrik Willem von Hundt zum Busch, overleden in 1671, zoon van N. von Hundt zum Busch en van N. von Blittersdorf. Ze zijn begraven in Wevelinchoven.
    4. Assuera Magdalena van Erp, stiftdame van ’t kapittel van Sint Quirinus te Neuss. Ze gaf, voor de burgemeester en de schepenen van Neuss, op 7 october 1641, ’n procuratie met ’t doel de verkoop van ’n weiland tot stand te brengen, welke verkoop zij al mondeling gedaan had aan de edele dame Marie van Vladeracken, weduwe van de edele Heer Jan van Erp, heer van die plaats en van Veghel. (Achieven van de Oude Kamer voor Wapenkunde, n° 108, deel 1 bladzijde 208.) Zij huwde, na 1665, met Jan Willem van Metternich, overleden op 15 april 1662, zoon van Jan Willem van Metternich en van Elisabeth von Blittersdorf.
    5. Catharina van Erp, stiftdame van het kapittel van Munsterbilsen, door opname van 29 oktober 1608, gehuwd op 24 augustus 1636 met Jaques van Locquenghien, heer van Laach, zoon van Antoon van Locquenghien heer van Melsbroek en sergeant majoor van de stad Brussel, en van Catharina Mepsche. Ze werden eigenaar van Wambeek, in ’t land van Cuyck, in 1640.

    IX. Jan van Erp, heer van deze plaats en van Veghel, kapitein in dienst van (au terce de ?) de graaf van Ribaucourt. Hij stierf bij ’t beleg van Leuven in 1635. Was gehuwd geweest met Maria van Vladeracken, dochter van Karel van Vladeracken, heer van Nemelaer, en van Elisabeth van Berckel, waarmee hij de erfenis opstelde in Friesselsteyn, voor de schepenen van Veghel op 12 maart 1631.

    Uit hun huwelijk kwamen voort:

    1. Walram van Erp VI, die volgt.
    2. Ida Isabelle van Erp, geboren in 1622, overleden in 1685, gehuwd onder kontrakt van 23 juni 1641, met Jan Baptist van Pulle, heer van Schoorenberg, geboren te Leuven, zoon van Jan van Schoorenberg en van Maria van der Vorst. Ze bevinden zich onder de voorouders van Justina Norbertina van Limminghe, die opgenomen is in ’t kapittel van de Ardennen op 4 februari 1754, met deze kwartieren:
    3. Limminghe, Baert, Tassis, Sielers, Varick, Damant, Micault, Halmale, Massiet, Kerremans, Dansaert, Steelant, Pulle, Vorst, Erp, Vladeracken.
    4. Maria Charlotte van Erp, vrouw van Jan Karel de Jeger, heer van Löchtenberg.
    5. Catharina van Erp, gehuwd met Lambert Milling van Gerwen. Deze overleed in 1722.
    6. Barbara van Erp, gehuwd met Jan Willem de Jegher van Zeelst.

    X. Walram van Erp VI, was heer van Erp en van Veghel, evenals z’n voorgangers. ’t Is in zijn tijd, dat ’t domein geschorst werd van deze Heerlijkheden, en verpand werd voor 10700 ponden aan de pensionnaris van Antwerpen, de Heer van Brouckhoven. De inkomsten van deze landen bleven echter in handen van de familie van Erp. Walram huwde met Adriana Geertruida van Doorne, weduwe van Rodolphe de Vriese, dochter van Jan van Doorne en van Walburgis van Suermont. Ze had haar schikkingen getroffen op 3 oktober 1665, en stierf in 1676, achter zich latende: Jeanne Philippine , stiftdame van Munsterbilsen, gestorven te Sclessin op 1 oktober 1721, gehuwd: ten eerste met Albert Ferdinand, graaf van Berlo, bij kontrakt gepasseerd in Broeckhoven op 8 november 1671. Deze graaf was heer van Papenhoven, burggraaf van Quabeck, kolonel van de cavalerie in dienst van de Staten Generaal, sedert dien Brigadier generaal van ’n regiment van Haakbusschutters (arquebusiers) en generaal majoor. Zoon van Willem van Berlo, heer van de Abyes, onder de Leenmannen van Clermont, van Hermalle, en van (en zoon van) Maria Anna van Hanxeller. Jeanne Philippe was opnieuw gehuwd onder kontrakt van 16 januari 1699, met Ferdinand Karel Philip, baron van Eynatten, heer van Abée, Tinlot, Sery, Saint Vitu, Filée, Saint Fontaine, Résimont, kapitein der Infanterie in ’t regiment van Caris, in dienst van de Staten Generaal. Lid van de adelstand van ’t land van Luik, en graaf van Looz door akte van 12 december 1709, zoon van Ferdinant Karel, groot drost van de Condroz, en van Maria Charlotte de Saint Fontaine. Hij stierf in april 1758, opnieuw getrouwd zijnde met Constance Claire Marie de Horion.

    Tak VIII bis. We komen nu terug op Goyard of Godfried van erp, waarvan op de pagina hiervoor sprake was.

    Godfried van Erp van Langveld dus (Langveld is 'n onderhorigheid van Veghel), wordt vermeld in den Bosch in 1627. Hij verkocht in dat jaar de goederen van Berchem bij Oss. (Register van 't feodale Hof van Cuyck) Hij huwde met Maria van Eyck van Duyssel, waarvan:

    1. Maria van Erp, vrouw van haar familielid Robert van Bevers van Berlicum, heer van Bladel, Mereltoven en Milheze, schepen van 's Hertogenbosch, zoon van Jan Robert van Bevere van Berlicum en van Arnoldine van Eyck, kleinzoon van Robert en van Margaretha van Erp van Bruheze.
    2. Willem van Erp, die volgt.

    IX. bis. Willem van Erp, geboren te Veghel, diende eerst als vrijwilliger, zes jaar lang, vervolgens zeven jaar als vaandrig (alfére), en werd in 1635 kapitein benoemd "au terce" in Ribaucourt, ter vervanging van z'n familielid Jan van Erp, heer van Veghel, in wiens compagnie hij tot dusverre als vaandrig (alfére) gediend had. Hij was gevechts sergeant-majoor in 1646, en belast in 1647 met 't ambt van Gouverneur van Commines. Hij had 23 veldtochten meegemaakt, deelgenomen aan negen aanvallen op steden, acht bezettingen, twee veldslagen, was drie belegerde steden binnengetrokken. Gedurende de veldtocht van 1644 tot 1446 ondescheidde hij zich bijzonder bij 't beleg van Duinkerken en was enigste overste die ertoe kwam de vijandige vesting binnen te trekken met 'n landingdivisie van honderd en tien man. Dit wapenfeit wordt in onderdelen verteld in de gedenkschriften van Vincart. Hij leefde niet meer in 1666. Z'n vrouw, Ida Magdalena van Leval, dochter of kleindochter van Franqois, moest tot 'n tak van 't huis van Montmorency behoren, waarvan ze de wapens droeg, gebroken met vijf schelpen geplaatst op 't kruis.

    Ze kregen uit hun huwelijk, aangegaan voor de notaris Mathieu van Croonenburg op 12 september 1633, de volgende drie kinderen:

    1. Antoon van Erp, die ongehuwd leefde in 1666. Hij bezat in Maestricht en in de omstreken daarvan belangrijke eigendommen, die hij tijdens z'n leven nog aan z'n zuster afstond. Hij stierf ongehuwd en werd begraven in Menin.
    2. Anna Margaretha van Erp, die huwde met Jacques Bierens, heer van Grefraedt, griffier van de rekenkamer van Gelderland, naderhand raadsheer meester van dezelfde kamer, geboren te Antwerpen op 6 september 1628, gedoopt in de kathedraal, overleden op 9 december 1690, zoon van Jan Bierens, mede grondheer (co-seigneur foncier) van de ammanie van Montfort en van Westkerkr, en van Mechtilde Lintermans. Anna Margaretha van Erp maakte haar testament te Roermond, op 12 juli 1666, en stierf omstreeks 1669.
    3. 'n dochter die professie deed in de abdij van Florival, mei 1655.

    New Ga ook eens op deze genealogische site's kijken New

    Home

    NedStat  NedStat   TopStat  TopStat

    (laatste update 24.02.2004 20:41 )

    Eventuele aanvullingen of opmerkingen graag een E-mail naar de Webmaster

    © 1996-2011 Van Erp WebDesign


    New Copyright textbestand New Privacyverklaring New Contact formulier New Hulp gevraagd New Waarschuwing New Bronnen New